Spring naar inhoud

Verse kruidenbouillon van wilde planten

Het blijft een van mijn favorieten, deze wilde planten-bouillon.  Vooral ook omdat je hem heel het jaar door kan maken met telkens net iets andere planten. Hij is maanden houdbaar, en superhandig in gebruik. 

Veel heb je er niet voor nodig : 

gewoon een goeie basis van uien (of daslook), aangevuld met wat je op dit moment aan wilde planten vindt. 

Je kan de bouillon heel het jaar door maken en aanpassen aan wat er in je streek en doorheen de seizoenen opkomt. 

In mijn voorbeeld, gemaakt in het vroege voorjaar, zit brandnetel, zevenblad, kleefkruid, zuring en paardenbloem. Neem bv drie of vijf soorten, zeker niet meer, om al de verschillende smaken goed tot hun recht te laten komen. De verhouding onderling is eenvoudig te bepalen : wat er het meeste groeit, gaat het meeste in de mengeling. De natuur zorgt zelf wel voor de perfecte smaakcombinatie. De Fransen noemen dit zo mooi 'terroir', van de aarde. 

Eens de plantenmengeling op je keukentafel, ga je als volgt te werk. Naast uien (of daslook) en planten heb je ook nog zeezout nodig. De bouillon bestaat uit een mengeling van 1 deel zout (20 %) en 4 delen planten (80 %). 

Dit lijkt veel zout, maar het is nodig voor een goede bewaring, en je gebruikt de bouillon later maar in kleine hoeveelheden tegelijk. 

Verder is een goede hygiëne heel belangrijk : was dus je handen en het materiaal zorgvuldig voor je van start gaat. 

Werkwijze : 

Was de uien en wilde planten en snijd ze grof. Weeg ze af om te bepalen hoeveel zout je nodig hebt. 

Doe alles in een blender en mix fijn. 

Doe alles in een kom, dek af met een keukenhanddoek en laat alles 8 uur rusten in de koelkast. 

Haal alles uit de koelkast en mix alles nog een keertje door. 

Steriliseer nu de potten waar je je bouillon in gaat doen. 

Vul met de gemixte plantenmengeling en duw alles met een steriele lepel naar omlaag. Bedoeling is dat alle luchtbellen eruit zijn. Voeg voor het sluiten nog een dun laagje zout toe. Sluit de pot heel goed af. 

Bewaar je bouillon op een donkere, koele plaats zoals een kelder of koelkast. De bouillon is direct klaar voor gebruik, maar nog beter is om ongeveer 3 tot 4 weken te wachten. 

Om soep of sauzen op smaak te brengen, voeg je 1 of 2 eetlepels (15 ml ) toe. Je kan de bouillon ook gebruiken voor het kruiden van eieren, aardappelen, vlees, toast ... de mogelijkheden zijn oneindig.

Voor een snel verwarmend drankje tussendoor volstaat een theelepel per mok kokend water.